11 november 2022

Oud-profvoetballer, maar voor altijd teamplayer

Christian van Vessem
3 minuten leestijd
In gesprek met oud-profvoetballer Jan van Halst over leiderschap en succesvolle teams.

Jan van Halst is oud-profvoetballer, maar voor altijd teamplayer. Zo stelt hij zelf. En dat hij dit zo stelt is niet voor niets. Jan neemt zijn ervaringen uit het topvoetbal mee in zijn trainingen en sessies die hij geeft aan het bedrijfsleven. Welke overeenkomsten ziet hij tussen de wereld van het topvoetbal en die van het bedrijfsleven? Techsharks ging in gesprek met Jan.

Waarom een team wel of niet succesvol is, heeft Jan van Halst altijd gefascineerd. Ook toen hij voetballer was. ‘’Ik wilde altijd weten hoe de samenwerking nu precies werkt. Hoe kom je in een flow? Hoe komt het dat het er soms niet uitkomt? Je aan het hangen en wurgen bent en er geen soepelheid in zit? Hoe kan dit en aan welk knopje moet je dan draaien? Later ging ik in de normale maatschappij werken en zag ik dat dit precies hetzelfde was zoals in mijn profvoetballer tijd: soms ga je als de brandweer en soms gaat het moeizaam. Dat is mij gaan fascineren en daar maak ik nu mijn werk van met mijn bedrijf; Van Baas naar Coach.’’

Als leidinggevende sta je onder het team
Volgens Jan moet je als leidinggevende onder het team staan. ‘’Hoe kan je er als leidinggevende voor zorgen dat je goed in kaart hebt wie de talenten zijn binnen je team? Maar ook hoe je dit kan excelleren en faciliteren. Hoe krijg je nu die talenten op de juiste plek waar het vuurtje echt van gaat branden? Ze moeten complementair zijn aan elkaar, dan heb je een samenhangend team. Zo kom je in een flow terecht.’’

Fysieke uitdagingen
Met zijn bedrijf traint Jan organisaties en maakt hierin veelal gebruik van licht fysieke uitdagingen. ‘’Waarom ik dit doe? Mensen kunnen slechts 1 tot 4 minuten hun gedrag acteren. Als jij bezig bent kun je niet meer acteren en ga je natuurlijk gedrag vertonen. Dan kan ik meteen de koppeling maken met de praktijk van de werkvloer. Ik doe altijd wel iets competitiefs met een glimlach. Zie je nu wat er gebeurde? Weer die leidinggevende die de oplossing ging verzinnen, en het team dat denkt: “hij verzint het, maar we doen het maar.’’

Als je denkt dat je er bent, dan begint het pas
Jan geeft aan dat ‘leidinggeven’ nooit klaar is en altijd doorgaat. ‘’Je denkt vaak nu heb ik het voor elkaar, en dan begint er weer iets nieuws. Als je denkt dat je er bent dan begint het pas. Net wanneer je denkt ik heb het goed staan, dan begint er een nieuw project, begint er weer een nieuw jaar of komt er een nieuw persoon binnen een team die zorgt voor een compleet nieuwe dynamiek. Het is nooit klaar, en daar moet je ook geschikt voor zijn. Ik geef veel leiderschapstrainingen en met regelmaat komen deelnemers erachter dat ze dit niet willen en dat is ook oké.’’

Als je ergens goed in bent, betekent het ook dat je ergens niet goed in bent
Belangrijk is dat je het als talent ook door hebt wanneer je ergens niet goed in bent, iets niet kunt. ‘’Je ziet bij generatie Z dat ze alles moeten kunnen. Als je ergens goed in bent, betekent het ook dat je ergens niet goed in bent. Maar dat is oké joh! Laat dit maar gaan, daar heb je iemand anders voor binnen een team. Dat inzichtelijk krijgen als leider en dit faciliteren is een hele leuke uitdaging. Zeker wanneer mensen dit gaan inzien. Ik zie hen dan letterlijk een glimlach krijgen. Ze beseffen: ik hoef dit helemaal niet te kunnen. Dat geeft letterlijk ruimte en je ziet iets van hun schouders afvallen.’’

Niet scoren, maar ballen afpakken
Dit is volgens Jan een grote overeenkomst tussen teamsport en het bedrijfsleven, het doorhebben dat wanneer je de kwaliteit van eenieder dusdanig inzet je het meest succesvol bent. ‘’Dit is net zoals bij voetbal. Ik kon helemaal niet scoren, maar ik was wel heel goed in ballen afpakken. En eigenlijk heb ik dat mijn hele leven gedaan. Ik chargeer het een beetje natuurlijk. Maar ik was daarin gewoon de beste van Nederland. Doelpunten maken kon ik niet. Ik ben op een gegeven moment penalty’s gaan nemen, dan scoorde ik tenminste nog een keer, haha. Zo werkt het ook in het bedrijfsleven en wanneer iedereen zich focust op waar hij/zij goed in is, maakt dit een team succesvol. Focus je op wat je goed kan. De dingen die je minder goed kan, pakt iemand anders binnen het team op.’’

Druk van buitenaf
Ook ziet Jan een overeenkomst tussen het bedrijfsleven en topsport wanneer je kijkt naar het opleggen van druk. ‘’Ik legde mijzelf als voetballer veel druk op en kreeg zelfs last van faalangst. Die druk is slopend. Ik legde mijzelf vooral druk van buitenaf op. De druk van de pers, de trainer het publiek. Dat zijn in de huidige maatschappij ook facetten waarin ik een parallel zie. De externe druk van je vrienden, werkgever en vooral ook sociale media.’’

Communiceren met je team
Voor een leidinggevende is het belangrijk voor het verkrijgen van succesvolle teams om te beseffen op welke manier je communiceert met je team. ‘’Dat heb ik in de voetballerij erg gemist. Hoe communiceren trainers nu met hun spelers? Daar moet je ook flexibiliteit in aan kunnen brengen. Je bent zo afhankelijk van de ontvanger van de boodschap. Bij voetbal was dit een standaard manier en daarin werd niet gekeken naar de groep. Is het een recalcitrante groep? Is het een jonge of ervaren groep? Laat staan wanneer je meer naar de persoon kijkt. Wanneer iemand introvert of extrovert is, hoe communiceer je daar dan mee?’’

Ieder mens heeft behoefte aan verbinding
Binnen de industrie zien we soms best nog een directieve manier van leidinggeven. Maar volgens Jan moet je de mensen op de vloer in de industrie niet onderschatten. Hij geeft aan dat hij erin gelooft dat ieder mens op zoek is naar verbinding. ‘’Ieder mens gaat ergens elke dag werken met een reden. Al is het voor de verbinding met collega’s. Wat die reden is moet je situationeel in kunnen schatten. Het is niet zo dat het in deze branche genoeg is wanneer je even inklokt, je werk doet en weer uitklokt. Ik geloof daar niet in. Want ieder mens heeft behoefte aan verbinding. Je moet alleen kijken hoe je die aansluiting vindt. Coaching wordt vaak geassocieerd met praatsessies en verdiepende gesprekken, maar dit kan ook met een compliment. Je kunt ook een arm om iemand heenslaan en vragen, gaat het goed met je? Heb je hulp nodig of ben je oké? Dat is ook verbinding. Dat noemt Jan leiderschap als vangnet. ‘’Als er iets is, moet ik weten dat ik altijd bij mijn leidinggevende terecht kan, dat is cruciaal voor goed leiderschap. Die verbinding moet er altijd zijn.’’

Een plicht als goed werkgever
Als alle bovenstaande redenen nog niet genoeg zijn om te investeren in succesvol leiderschap, kan het financiële aspect ook een belangrijke reden zijn. ‘’Bedrijven worden panisch als ze weten wat het kost als mensen uitvallen. Als jouw verzuim, naar 5, 10 of 15% gaat - en die bedrijven kom ik tegen - dan is er echt wat aan de hand. Binnen je leiderschap of in de teams. Je moet dan ingrijpen, dat vind ik een plicht als goede werkgever. Je kan dan beter preventief in de verbinding en leiderschap investeren dan reactief denken potverdorie we moeten het anders doen!’’

Conclusie
We kunnen na het gesprek met Jan maar tot één conclusie komen: het bedrijfsleven is topsport. ‘’Met topsport probeer je ook het maximale uit de mogelijkheden te halen en in het bedrijfsleven is dit net zo. Dat is niet altijd met een commercieel doel, maar juist om als team te groeien. Hoe worden we nu nog beter? Belangrijk is dat je elkaar binnen een team écht ziet. Zie je elkaar? Of zeg je iemand waar je geen klik mee hebt toch anders gedag dan de rest? Zie je iedereen binnen het team? Want iedereen heeft zijn of haar voorkeuren. Je kan mensen niet veranderen en jezelf als leidinggevende ook niet, maar je kunt jezelf wel bewust maken. Hoe doe je het nu als leidinggevende? Heb je oog voor iedereen binnen het team? Maar dan ook echt?’’